Kleren maken de man is het gezegde maar vrouwen lopen er toch ook graag tiptop bij. Of niet dan?
Onlangs ging ik solliciteren in mijn lievelingsjurkje. Dat
straalde ik waarschijnlijk uit; ik kreeg een uitnodiging voor een tweede
gesprek.
Net op dat moment piepte de lente om de hoek. Temperaturen stegen tot
16 graden. Reden om een nieuwe outfit te kopen.
Ons dorp heeft er een nieuwe
kledingzaak bij voor volslanke dames, onder een zeer toepasselijke naam "That's Me". Eindelijk eens niet drie kwartier moeten
rijden maar gewoon vlak bij huis.
Twee alleraardigste dames, wel in maatje 38,
keurden alles wat ik aantrok. Ze waren oprecht kritisch en niet alleen maar met
verkoopcijfers bezig. Omdat ik nog steeds een periode van werkloosheid in het
vooruitzicht had – tenslotte was ik nog maar een maandje aan het solliciteren –
moest ik me beperken tot één setje. Ik had de keuze tussen een heel leuk
jurkje met een vestje, waar eventueel
nog bruine laarzen onder gedragen konden worden, of hetzelfde vestje met een
leuk shirtje en een rokje. Dat laatste was wel een mooie zakelijke combinatie
terwijl het jurkje informeler was. De keuze was dus gemaakt. Met de concessie
dat de winkeldames het jurkje achter zouden hangen en ik – als ik de baan had –
terug zou komen om het alsnog te kopen.
Zaterdags liepen de temperaturen echter terug en als ik één
ding apert niet wilde, dan was het wel met huidkleurige oma-panty’s en schoenen onder
dat rokje op gesprek. Dus toverde ik mijn creditcard uit mijn tas. De
afschrijving is pas aan het einde van de maand (wie hou je voor de gek) en
kocht alsnog het jurkje. Maandag was het zover. Ik wou mijn jurkje aantrekken
met een donkerbruine panty en laarzen toen ik bij het aantrekken voelde dat er
iets niet in de haak was. Haak?
De winkeldames waren zo met me aan het meeleven dat ze
vergeten waren het beveiligingslabel te verwijderen. Ik rommelde in het tasje van "That's Me" op zoek naar de bon. Maandag gesloten. Gewapend met schaar, voorzichtig om de stof van de
voering niet te beschadigen heb ik het voor elkaar gekregen om het ijzeren
pinnetje uit de plastic bol te krijgen. Een collega zei me later dat ik van
geluk mocht spreken dat er geen inktpatroon in het veiligheidslabel zat. Ik
wist niet eens dat dat ook nog een optie was.
Met de juiste make-up, niet te veel, haar quasi nonchalant –
en voor de zekerheid een halve spuitbus haarlak want ik ging tenslotte naar
Zeeland – liep ik nog even de slaapkamer van onze oudste zoon binnen.
“Ma, het sneeuwt buiten. Dan kan je echt niet in zo’n lente
outfit gaan solliciteren. Waarom trek je je zwarte jurkje niet aan.”
Daar gingen de nieuwe kleren van de keizerin. Terug aan het
kapstokje, de kast in.
Eenmaal in de auto inspecteerde ik mezelf nog in het
autospiegeltje. Shit, wat een 'blote ogen'. Oeps, Mascara vergeten. Als een gek gebruikte ik mijn tien minuten
speling om een naburig winkelcentrum te bestormen en bij de drogist zwarte
mascara te kopen. De verkoopster wilde me nog van alles aansmeren.
“Sorry mevrouw, ik heb haast. Moet gaan solliciteren en was
m’n mascara vergeten.”
“Denkt u dat dat uitmaakt mevrouw? Daar wordt u echt niet op
afgewezen hoor.”
Ik nam het zekere voor het onzekere.
En gelukkig maar.
Ik ben de keizer te rijk, ik ben aangenomen.