zaterdag 26 januari 2013

De sprekende hond



“Onze hond kan praten,” zei mijn zoon met volle overtuiging tijdens zijn spreekbeurt in de vijfde klas van de lagere school. Zijn meester zat achter in de klas toen ik juist op dit moment binnenkwam met onze hond Chat. Een eigenzinnige blonde cairnterriër van twee jaar. De kinderen hingen aan de lippen van het tengere ventje dat voor het schoolbord stond, zijn brilletje een beetje afgezakt maar zijn ogen twinkelden. Achter hem hingen foto’s van onze hond als pub en posters van hondenvoer.

“Oh, wat een schattig hondje,” kweelden de meisjes.
“Mogen wij hem aaien, mevrouw?” en schuivende stoelpoten krasten over het novilonzeil. De hond schrok een beetje en liet zijn staartje tussen zijn pootjes zakken.

“Iedereen op zijn plaats,” riep de meester met luide stem. Braaf ging onze hond zitten want plaats was een zeer herkenbaar woord voor hem.

De opgewonden kinderen zweefden boven hun stoeltjes, leunend met hun armen op de tafeltjes om het hondje toch maar goed te kunnen zien.

Mijn zoon was een beetje de draad kwijt door alle commotie en de meester hielp hem weer op weg met de woorden: “Sven, zei je nou dat je hond kan praten?”

“Jawel meneer, ik zal het u tonen.”

De spanning in de klas was te snijden toen Sven voor onze hond kwam staan en zei: “Zeg het eens Chat, kan jij zo praten?”

“Woehoehoe,” antwoordde onze Chat en zijn staartje kwispelde vrolijk heen en weer.

Pff, opgelucht liet ik mijn adem ontsnappen. Thuis praatte onze hond altijd maar je zal net zien dat hij dat in een vreemde omgeving niet doet, en dan zou mijn zoon mooi afgaan voor de klas.

De meester raakte oprecht geïnteresseerd, als journalist had hij al veel meegemaakt maar dit mooie staaltje communicatie tussen kind en dier was toch wel bijzonder.

Sven raakte op dreef en ging een heel gesprek aan met onze hond. De kinderen vonden het prachtig. Ze wilden ook wel met Chat praten. Ze probeerden en probeerden maar Chat hield zijn kaken op elkaar. Kwispelde vrolijk en liet zich aaien maar liet geen kick.

“Zie je wel dat die stomme hond van jou niet kan praten,” zei de grootste pestkop van de klas.

“O jawel hoor,” zei Sven, “je moet natuurlijk wel hondentaal kunnen spreken anders verstaat ie je niet, hé Chat.”

“Woehoehoe, Waf Waf, AWhoe,” praatte Chat terug.

Sven gaf me een vette knipoog en ook ik deed een duit in het zakje en sprak onze hond toe die braaf terugsprak.

De meester kwam naar voren en zei tegen onze hond: “Zo, ben jij die viervoeter die ervoor zorgt dat Sven een dikke 9 krijgt voor zijn spreekbeurt?”
Even bleef het angstvallig stil, de hele klas zweeg en toen sprak Chat: “Woehoe, wrrr, awhoe,” en zat de pestkop met open mond, zonder geluid. Eindelijk sprakeloos.

Ons iele ventje, meestal in eigen gedachtenwereld verkerend had gesproken in een volle klas. Nooit meer heeft hij sindsdien nog problemen gehad met spreekbeurten, en onze hond spreekt nog steeds.

 

©Elles Jansen / 09-10-2012

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten