vrijdag 30 november 2012

Om je te bescheuren...


 
Gedurende twintig jaar was ik directiesecretaresse in een algemeen ziekenhuis. Ik was nog jong en onervaren. Mijn baas was als een soort vader voor me. Hij rookte dikke sigaren achter zijn bureau. Dat kon toen nog. Ons kantoor lag aan de gouden gang. De helft van het ziekenhuispersoneel passeerde onze gang op weg naar het personeelsrestaurant.

Op een dag had ik een wit bloesje aan met een zwart-wit geruit rokje, compleet met zwarte stewardessenpumps. Dat was in de tijd van maatje 40 (lang geleden dus…) en ik had mijn pen op de grond laten vallen. Ik bukte om de balpen op te rapen en ‘krak’ zei mijn rokje. Het scheurde helemaal open, van de split tot en met de rits. En je raadt het zeker al, de rits zat niet aan de zijkant.

En ik stond, jawel, met mijn achterste richting de deur van ons kantoor. Die openstond. Onder lunchtijd. Precies op dat moment stapte de grootste charmeur onder de artsen ons kantoor binnen.
“Hulp nodig Moneypenny?” zei hij met diepe stem. Mijn wangen kleurden roder dan mijn lippenstift.

Hij had een afspraak bij mijn baas, dus er moest voor koffie gezorgd worden. Help!
De garderobekast bevond zich in het kantoor van mijn baas. Ik heb de deur opengedaan, dokter Charming voor me uit naar binnen laten lopen. Vervolgens ben ik met mijn rug tegen de kastenwand ook naar binnen geschoven tot ik met één hand de kast kon openen en vliegensvlug mijn regenjas eruit kon pakken. Ik schoot mijn jas en zei: "ik moet dringend weg maar zal eerst nog even koffie halen."

Met een vette knipoog van dr. Charming die ons geheim goed bewaarde, ben ik over de gang gerend om koffie te halen. “We schenken zelf wel in, ga maar gauw,” redde dr. Charming mijn eer.

Nu moest ik ook daadwerkelijk weg. Ik had een afspraak met de kapper want ’s middags moest ik naar een receptie van mijn vorige werkgever in Delft. Volgens perfect timemanagement had ik mijn agenda zorgvuldig gepland. Iets te zorgvuldig. Er was geen tijd om eerst naar huis te gaan en mij kapotte rokje te verwisselen voor iets anders want dan kwam ik in tijdnood.

Dus, in de regenjas naar de kapper. Aangehouden bij de wastafel. Hillarisch natuurlijk. De kapper wilde wel zien wat ik onder mijn jas had. Angstvallig hield ik de panden van mijn jas bij elkaar, ik was toch geen potloodventer!

Het is me later duur komen te staan die reddingsactie van dokter Charming. Het was hem wel bevallen wat er onder het rokje zat. Hij heeft me wekenlang gestalkt op maandagavond na de vergaderingen van de medische staf die door mij werden genotuleerd. Hij parkeerde zijn vette auto gewoon voor de deur van mijn flatje. Raampje open en allerlei erotische toespelingen, in de hoop dat ik zou bezwijken voor zijn charmes en hem mee naar boven zou vragen…

Ten einde raad heb ik mijn baas in vertrouwen genomen en met een dikke sigaar in zijn mond liet hij dokter Charming bij zich komen. Als een echte Don Corleone redde hij de eer van zijn Familia.

 
©Elles Jansen / 30 november 2012 (uit Pareltjes)

woensdag 21 november 2012

de Venetiaanse Affaire - deel 5


Hoofdstuk 5

Dag 2, avond

 
Het glas valt op de grond, scherven spatten uiteen. De wijn vloeit weg tussen de voegen van de leisteen tegels.

Marco wacht nog heel even en drukt een sneltoets in op zijn telefoon.

Twee sterke mannen komen de tuin inlopen en tillen Julia voorzichtig op. Ze gaan naar boven en leggen haar op bed.

In de kamer ernaast staat een man in een zwart satijnen badjas uit het raam te kijken. Hij had gisteren al gehoopt hier te zijn maar op het laatste moment werden de plannen gewijzigd. Alesandra heeft hem een kleine pil gegeven die hij wegspoelt met een slok water. Er wordt kort op de tussendeur geklopt. Het is zover.

De man doet zijn halve masker voor en maakt het vast met een speciale sluiting waardoor het goed blijft zitten. Het meisje op het bed is wakker, tenminste ze is bij bewustzijn maar ook weer niet. Door de medicatie is ze verdoofd, haar hersenen registeren niet waar ze is of met wie. Haar lichaam reageert wel op aanrakingen, dat heeft men hem in ieder geval verzekerd.

De kamer is verduisterd, alleen een paar kaarsen verspreiden wat licht. Op de achtergrond klinkt zachte muziek.

Angelo loopt op het bed af en gaat geknield op het bed zitten.

Het meisje strekt haar hand uit om het masker af te trekken maar dat lukt niet. Het is een onbeschilderd wit masker. Het is niet eng maar waarborgt zijn anonimiteit, voor het geval dat.

De strakke binding doet wel iets met de zuurstoftoevoer naar zijn hoofd of zou dat door het pilletje komen?

Hij verplaatst zich zodat hij aan het voeteneinde van het bed zit en raakt zacht haar voeten aan. Terwijl hij zich naar voren buigt kust haar benen en glijdt traag met zijn vingers over haar satijnen jurkje naar boven. De stof gaat langzaam mee. Zijn adem stokt, er zit niks onder het jurkje. Alessandra heeft alles perfect voorbereid. De zoete geur van vanille prikkelt zijn neusgaten. Hij snuift diep. Het meisje kreunt zacht en haar handen woelen door zijn haar. Hij heeft hetzelfde soort haar als Marco, maar hij wil niet dat ze ontdekt dat er iemand anders achter het masker schuilgaat en grijpt haar handen vast. Hij wil beslist ieder risico vermijden. Zijn positie mag onder geen enkel beding in gevaar komen.

“Ssst,” fluistert hij en haalt een lint uit de zak van zijn kamerjas. Hij bindt haar polsen bijeen en maakt het lint met een simpele lus vast aan de spijlen van het bed.

Het meisje protesteert, probeert haar handen los te trekken maar hij smoort het protest met een hartstochtelijke kus. Hij haalt nu een shawltje uit zijn zak en knoopt dat rond haar gezicht. Hij blaast de kaarsen uit die aan weerszijden van het bed staan zodat er alleen nog een vaag licht van de kaarsen bij het tafeltje naast de deur komt. Met zijn vinger streelt hij over haar hals naar beneden. Zijn vingers haken achter de spaghettibandjes en trekken het rode stretch jurkje naar beneden zodat haar volle borsten ontbloot worden. Hij beroert even haar gezwollen tepels, laat los en streelt dan de binnenkant van haar dijen. Ze kreunt en kronkelt. Hij lacht zacht om haar ongecontroleerde reactie.

Met zijn vrije hand probeert hij zijn masker los te maken, maar dat lukt niet met één hand. Hij knoopt zijn badjas los en gaat schrijlings op haar zitten zodat hij met beide handen zijn masker los kan maken. Hij legt hem naast zich, binnen handbereik. Dat lucht op.

Dan doet hij alles met haar waar hij de vorige nacht over heeft gefantaseerd.

Alessandra had gelijk toen ze zei dat Tonio had beloofd dat deze jonge vrouw speciaal was. Ze is nog maagd. Even slaakt het meisje een gil maar de medicijnen doen hun werk en ze biedt geen verzet. Geleidelijk aan ontspant haar lichaam en de natuurlijke bewegingen die in het onderbewustzijn van alle vrouwen verscholen zitten, komen automatisch in werking.

Tot middernacht kan hij zijn lusten botvieren. Dan is het feestje afgelopen en moet hij zorgen dat hij ongezien door de Canal Grande naar zijn eigen Palazzo geraakt.
Veel te snel naar zijn zin wordt er twee keer achterelkaar kort op de deur geklopt. Het is tijd.

Hij kijkt naar het meisje dat in slaap is gevallen. Toch zet Angelo het masker op en glipt in zijn kamerjas. Via de tussendeur gaat hij naar de andere kamer waar zijn spullen liggen en neemt een koude douche. De harde stralen prikken als spelden in zijn verhitte huid. Hij is helemaal in de ban van het meisje.

Alessandra opent zachtjes de deur van de kamer waar Julia nog steeds ligt te slapen. Ze rolt haar op haar andere zij, trekt het besmeurde laken los en duwt het zo ver mogelijk onder Julia. Daarna rolt ze haar de andere kant op en trekt het laken helemaal weg. Vakkundig herhaalt ze deze handeling met een schoon satijnen laken en stopt het aan weerszijden in tussen de matras en het antieke houten ledikant. Ze strijkt de kreukels weg en haalt een washandje met zeep over de intieme delen van Julia. Vervolgens trekt ze haar het slipje weer aan. Dan laat ze Julia iets drinken uit een flesje met een rietje Omdat ze weet dat Julia binnen enkele minuten uit haar slaap zal ontwaken, steekt ze de kaarsen weer aan. Ze maakt de linten en de shawl los. Voordat ze de deur uitglipt, neemt ze alle spullen mee en draait de deur op slot.

Marco loopt te ijsberen in de aangrenzende kamer die Angelo zojuist verlaten heeft  Hij baalt ervan dat hij zelf niet de eerste mocht zijn. Maar het bedrag dat Angelo bood was viermaal zo hoog als anders, waarvan hij een vierde in zijn zak kon stoppen. Die verleiding was groter dan een maagd ontmaagden. Bovendien is de macht van Angelo groot en wil hij hem niet tegen zich in het harnas jagen.

Een herkenbare kuch op de gang kondigt de aanwezigheid van Alessandra aan. Een paar tellen later komt ze binnen.

“Alles is gereed, Marco. Ze wordt zo wakker, dus haast je.”

Marco opent de tussendeur en vlijt zich tussen de lakens naast Julia. Hij steunt zijn hoofd op zijn arm en kijkt naar haar.

Zachtjes kreunend opent Julia haar ogen, even weet ze niet waar ze is.

Als ze haar hoofd omdraait, ziet ze Marco naast haar liggen. Hij heeft zijn kleding aan. Zelf heeft ze haar jurk ook nog aan. Gelukkig.

Ze kan zich echter niet herinneren hoe ze hier terecht is gekomen.

 

©Elles Jansen / november 2012

 

zondag 18 november 2012

De Venetiaanse Affaire - deel 4


Na een wonderlijke avond wordt Julia door Marco in een gondel teruggebracht naar haar hotel. Hij laat haar echter alleen op de kade achter.......

 
Hoofstuk 4

Dag 2 Julia

De volgende ochtend wordt ze gewekt door geklop op de deur. Ze schiet snel in de badjas van het hotel en opent de deur. Er staat een gerant met een ontbijtkarretje. Hij rijdt het binnen en dekt het tafeltje bij de balkondeuren die hij wagenwijd openzet. Geluiden van de stad dringen de kamer binnen, evenals de zonnestralen.
Julia kijkt toe terwijl hij in een mum van tijd een heel ontbijt uitstalt. Als hij klaar is, buigt hij diep en loopt achteruit met het karretje. Vlak voor de deur draait hij zich om en verlaat de kamer.

Julia loopt naar de gedekte tafel. Naast een kan verse jus d’orange en de bialetti met koffie staat een rode roos in een kristallen vaasje. Er hangt een minuscuul kaartje aan. Julia leest hardop: “Goedemorgen prinses, klaar om Venetië te ontdekken? Sta dan om tien uur klaar in de lobby, uw reisgids M.”
Er blijft niet veel over van het ontbijt.
Snel rommelt Julia in haar koffertje naar geschikte kleding. Toen ze thuis haar kleding inpakte, had ze geen rekening gehouden met een amoureuze wandeling. Ze had er spijt van dat ze geen mooi stelletje uitgangskleren had meegenomen. Nu moest ze het doen met een spijkerbroek, T-shirts en enkele katoenen jurkjes met bijpassende sandaaltjes. Platte sandaaltjes welteverstaan. Het moet maar. Tenslotte zal er veel gelopen worden.

Om klokslag tien stapt ze uit de lift de lobby in. Marco zit al gereed in een van de lederen banken. Hij draagt een kakibroek en poloshirt. Lekker sportief gelukkig. Hij lacht als hij haar onzekere blik ziet en loopt snel op haar af.
“Goedemorgen, lekker geslapen?”
“Als een roos,” zegt Julia dubbelzinnig.
Voor het hotel ligt weer een bootje klaar.
“Ik wil eerst met je naar Murano en Burano om je het allermooiste glasblaaswerk te laten zien van de hele wereld. ’s Middags is het daar te druk. De gemotoriseerde gondel vaart in noordelijke richting en na een minuut of vijftien zetten ze voet aan wal.

Marco neemt haar mee naar een 17e eeuws palazzo in het centrum. Hier is een glasmuseum gehuisvest waar hij haar allerlei beroemde stukken laat zien uit de geschiedenis van de Venetiaanse glaskunst. Sommige stukken zijn al tweehonderd jaar oud. De prachtige kleuren en vormen zijn indrukwekkend. Na het museumbezoek troont hij haar mee een winkeltje in en staat erop een souvenir voor haar te kopen. Hij kiest een dansend koppeltje met prachtige azuurblauwe kleuren in de jurk van de vrouw.
“Zo zal je altijd aan me denken,” zegt hij.
Julia is ontroert en stopt het cadeautje in haar tas.
De betovering wordt abrupt verbroken als hij buiten haar hand pakt en naar de kade rent.
Hij gaat niet naar de gondel maar stapt op een Vaporetto.
“Je moet Venetië in al zijn facetten voelen en beleven,” zegt hij als ze achter op het dek staan in de stinkende oliewalm van de motor.

De dag vliegt voorbij. Het duizelt Julia van alle namen van de palazzi en hun belangrijke families. Bij de laatste palazzo heeft Marco een verassing in petto. Hij zegt tegen Julia dat ze hier uitstappen voor een speciaal diner voor twee.

Marco helpt Julia galant uit de gondel stappen en loopt de drie trapjes op naar de imposante houten deur. Ze worden hartelijk ontvangen door de patron die hen voorgaat naar de linkervleugel. Als ze bij een deur met prachtig houtsnijwerk stoppen zegt Julia.
“Ik zou me graag eerst wat willen opfrissen voordat we gaan eten”
Marco zou Marco niet zijn als hij daar niet aan gedacht had.
“Boven is een kleedkamer met een douche”, zegt hij en spreek in snel Italiaans de patron toe waarna deze haar terug naar de hal begeleidt. Ze lopen de brede marmeren trap op naar boven. De gedienstige patron opent een deur en Julia betreedt de ruimte waar een bankje en twee stoelen staan. Hier ligt een eenvoudig rood jurkje met spaghetti bandjes op haar te wachten met de pumps van de vorige avond!  Aan de muur hangt een dubbele wastafel en daarnaast staat een kaptafel tegen de wand. Achter een muurtje bevindt zich een toilet en douche.
Julia probeert het stemmetje dat alles te mooi is om waar te zijn, naar de achtergrond te duwen en stapt onder de douche.

Beneden zit Marco te telefoneren. Hij heeft Alessandra aan de lijn.

“Ja, alles is in orde. We gaan eten en zullen over een uurtje of twee wel zover zijn.” zegt hij en zet daarna zijn mobiele telefoon op stil.
Hij draait het glas met rode wijn tussen zijn vingers. Het tafeltje in de romantische kamer staat gereed. Het Palazzo heeft geen openbaar restaurant. De eigenaar heeft een deel van het palazzo ingericht als gastenvertrek waar rijke zakenmannen hun flirtaro mee naar toe kunnen nemen. Het intieme huiskamerrestaurantje biedt plaats aan een tafeltje voor twee of meer…
Venetië heeft vele geheimen en is de perfecte plaats voor liaisons.
Marco voelt of de ampul in zijn jasje zit. Hij heeft zich ook verkleed voor het diner. Natuurlijk heeft Alessandra overal aan gedacht. Wat zou hij zonder haar kunnen beginnen?

De deur gaat open en Julia stapt fris de kamer binnen. Marco laat zijn ogen over haar mooie vormen glijden. Het jurkje past haar perfect.
Julia weet niet wat ze ziet, haar mond valt open van verbazing. De bloemen, de kleine waterval, de kaarsen. Prachtig. Ze loopt op Marco af.
Marco staat op, loopt naar haar toe en schuift haar stoel naar achteren zodat ze plaats kan nemen aan het tafeltje.
“Ik zie dat je alles gevonden hebt om je op te frissen,” zegt hij, terwijl hij haar diep in de ogen kijkt.
“Ik heb er geen woorden voor,” antwoordt Julia blozend.
Er komt een man binnen met twee borden. Het voorgerecht, bestaande uit gerookte parmaham en diverse soorten meloen, wordt opgediend.
Als de ober wijn wil inschenken stuurt Marco hem weg.
“Laat maar, beste, dat doe ik zelf vanavond,” en met een vette knipoog zoals dat tussen twee mannen gaat die weten hoe de avond heen zal verlopen, verdwijnt de ober geluidloos.
Marco schenkt de glazen halfvol. Ze toasten en beginnen te eten.
Zodra Julia haar vork heeft neergelegd komt de ober binnen om de borden af te ruimen. Het lijkt wel alsof hij op een geheim teken heeft gewacht.

“Kom, ik wil je wat laten zien,” zegt Marco terwijl hij gaat staan.
Julia volgt hem naar de openslaande ramen. Ze kijken uit over een prachtige tuin en stappen op het terras. De geur van jasmijn en plumeria bezwangeren de lucht. Marco gaat weer naar binnen om de bijgevulde wijnglazen op te halen.
Er staat een houten bankje waarop ze gaan zitten. Op het moment dat Julia van haar glas nipt, klinkt de stem van Andrea Bocelli uit de speakers die buiten tegen de gevel hangen. Een perfect romantische avond, denkt Julia.

Nog even, denkt Marco.

 

 

De Venetiaanse Affaire - deel 3


De man kust de in fluwelen handschoen gestoken hand van Julia en zegt op een geheimzinnige toon “Dit is niet onze laatste dans”. Dan verdwijnt hij tussen de gemaskerde en gekostumeerde gasten.



Hoofdstuk 3

Marco

Marco ziet Julia op hem en Alessandra af komen lopen.
“Daar komt ze aan, praat maar over het toiletvoorval,” zegt hij snel.
“Hier is mijn dame weer, is ze niet betoverend, Alessandra?” zegt hij als Alessandra niet snel genoeg kan overschakelen en Julia zich bij hen voegt.
Hij hoopt dat Julia niet in de gaten heeft dat Alessandra en hij elkaar al langer kennen dan vanavond.
“Opnieuw hallo,” zegt Julia lachend. Het masker laat het onderste deel van haar gezicht vrij zodat haar prachtige glimlach zichtbaar is.
“Gelukkig ben je weer hersteld en kan je van dit bal genieten,” zegt Alessandra.
“Zeg dat wel. Willen jullie me excuseren? Ik moet even naar het toilet.” Julia draait zich om en loopt weg.
“Ik meen wat ik daarnet gezegd heb, Alessandra. Deze is speciaal en ik wil hier langer profijt van hebben. Daarom wil ik pertinent niet dat er vanavond …”
“Ik waarschuw je alleen maar Marco, zodat je er niet persoonlijk bij betrokken raakt.”
“Dat waardeer ik maar de avond is voor mij.”
“De anderen zullen je dat niet in dank afnemen, zeker Angelo niet. Hij heeft het hoogste bod uitgebracht.”
“Hij moet maar even geduld hebben, zeg hem maar dat de juiste voorbereidingen tijd kosten en nog niet gereed zijn.”

Julia komt de zaal weer binnen en op het moment dat ze naar Marco loopt, ziet hij een andere gemaskerde man op haar afstappen en mee de dansvloer op leiden.

“Angelo is niet de enige die trek heeft gekregen,” zegt hij tegen Alessandra. “Je moet je dus niet druk maken, ik weet waar ik mee bezig ben.”
Zijn ogen volgen Julia over de vloer, dansend als een engel. Aan de overzijde van de zaal ziet hij Angelo staan, zijn hoofd volgt elke beweging die Julia en Patrizio maken. Door het masker is niet te zien wat zijn gezichtsuitdrukking is maar Marco kan het wel raden. Hij glimlacht fijntjes.
Alessandra heeft het ook gezien. Ze loopt elegant naar Angelo en neemt hem mee de dansvloer op.

Als de dans is afgelopen maakt Julia zich los en verontschuldigt zich waarna ze weer naar Marco gaat.
“Ik heb behoorlijk dorst gekregen van het dansen,” zegt ze lachend.
“Dat kan geregeld worden, mevrouw. U hoeft het maar te vragen.” Marco wenkt een ober en pakt twee glazen champagne van het blad.
Ze kijken naar de dansende mensen. De een nog mooier uitgedost dan de ander. Julia kijkt haar ogen uit, zoiets heeft ze nog nooit gezien.
Alle dames zijn onherkenbaar. Ofwel door voorgehouden maskers, ofwel door prachtig geschilderde maskers rechtstreeks aangebracht op het gelaat. Niet alle mannen zijn vermomd maar een groot deel wel. Marco valt niet op omdat hij niet gemaskerd is, maar Julia zou hem toch geen onopvallende verschijning willen noemen. Blijkbaar is hij een bekende gast hier want hij wordt vaak gegroet. Toch richt hij zijn aandacht alleen op haar. Hij danst met geen enkele andere vrouw.
Na enkele nummers zet het orkest in met een prachtige langzame melodie.
Marco pakt het glas uit Julia’s hand en zegt: “De laatste dans is voor mij.”
Ze zweven over de dansvloer, bij iedere stap trekt hij haar dichter tegen zich aan tot hun lichamen versmelten. Marco voelt Julia’s hart tegen het zijne bonken. Haar ademhaling gaat sneller. Vanavond gaat hij de regels overtreden. Hij heeft haar zelf gevonden, ditmaal mag hij de prijs bepalen.

“Kom,” fluistert hij. “We gaan hier weg.”
Hij danst richting de uitgang en glippen de hal in, pakken elkaars hand vast en rennen de trappen af. Uitgelaten als kleine kinderen die er stiekem vandoor gaan rennen ze door tot de buitendeur.
De gondel ligt klaar en Marco helpt Julia instappen. De gondelier reikt een plaid aan die Marco over haar schouders drapeert. Hij zegt iets in het Italiaans en de gondel vertrekt.
Het is een heldere nacht, de maan verlicht het water. Venetië is betoverend en Julia leunt achterover tegen Marco aan.

Als ze bij het hotel aankomen kust hij haar achter haar oor. “We zijn er, cara mia,” zegt hij zacht helpt haar uit de boot.
“Tot morgen, slaap zacht en droom maar lekker.” Zijn lippen beroeren vluchtig haar haar. Dan draait hij zich om en gaat weer in de gondel. Als de gondelier zich afduwt van de kade steekt hij zijn hand op. Hij ziet aan de blik hoe ze naar hem kijkt dat ze vast op een andere afloop had gerekend. Hij staat ook verstelt van zichzelf.

Julia staat op de kade en ziet de gondel met Marco langzaam keren, hij wuift. Waarom heeft hij haar niet gekust? Ze had hem zo meegenomen naar haar kamer. Wat is er met haar aan de hand? Ze lijkt wel een verliefde tiener in plaats van een volwassen vrouw. “Doe normaal Julia, je gaat toch niet al de eerste avond met een volstrekt vreemde vent naar bed?”
Dat zegt haar verstand, het gevoel onder in haar buik zegt heel iets anders.
Ze draait zich om en loopt het hotel binnen. Enkele minuten later liggen jurk, kousen en pumps op de grond en staat ze onder de warme douche. Niet veel later glijdt ze tussen de koele lakens en valt in een diepe slaap.

 

 

 

 

vrijdag 16 november 2012

De Venetiaanse Affaire deel 2


Julia ligt vastgebonden op een hemelbed, kan niet praten en bewegen.
Wat moeten die mannen met Venetiaanse maskers, en waar is Marco?

 

De vijf gemaskerde mannen bewegen als schimmen rond haar bed. De kamer is verlicht met tientallen kaarsen in zilveren kandelaars. De schaduwen bewegen achter de mannen op de muren, uitvergroot.
Julia zoekt naar Marco maar hij is niet in de kamer.

De deur gaat open, er komt een vrouw binnen. Ze draagt een lange elegante jurk en heeft eveneens een masker op. Haar handen zijn verborgen in satijnen handschoenen die tot aan haar bovenarmen reiken. Ze heeft een zilveren bokaal bij zich. De gemaskerde mannen halen iets uit hun zak. Julia probeert te zien wat het is, maar het duurt even voor haar hersenen het registreren. Het lijken witte kaartjes. De vrouw heeft iets vast wat flikkert in het licht, het lijkt een pen. Opeens gaat er een van de mannen op het bed zitten. Zwaar ademend hangt hij vlak boven Julia’s gezicht. Ze verstijft en weet niet of ze haar ogen moet sluiten of juist moet blijven kijken. Te laat. Hij haalt het masker van haar gezicht, zijn blik dringt al in de hare. Hij strijkt met een vinger langs haar hals, langzaam naar beneden en glijdt dan over de dunne stof van haar jurk over haar borst, net boven haar tepel. Ze wil het niet, walgt van zichzelf als haar tepel reageert.
De man staat abrupt op, pak de pen van de vrouw, schrijft iets op zijn kaartje en gooit dat vervolgens in de bokaal. De andere mannen gooien hun kaartjes hier ook in en daarna verlaten ze allen de kamer, op de vrouw na. Deze komt op het bed afgelopen. Ze strijkt de losgeraakte haren uit het gezicht van Julia en haalt dan een zakdoekje uit een plooi van haar jurk. Ze veegt ermee over Julia’s gezicht en plaatst het masker terug.

 “Come si fa, signora?” hoort Julia een vrouw met een Engels accent zeggen. Als ze voelt dat iemand zachtjes tegen haar wang tikt, opent ze haar ogen. Het dringt langzaam tot haar door dat ze op een toilet zit.
Er is een vrouw bij haar in een avondjurk.
Ze gaat voor Julia staan en steekt beide armen onder haar schouders om haar van het toilet te helpen.
De soepele jurk van Julia valt naar beneden. Als ze een stap wil zetten wordt ze gehinderd aan haar voeten en valt bijna. De vrouw bukt en trekt haar slipje omhoog.
“Miscusi” zegt ze verontschuldigend.
“Het is oké,” Julia’s mond is kurkdroog en ze is een beetje draaierig.
Ze stappen het toilet uit en de vrouw laat haar plaatsnemen op een bankje naast de wastafels. Onder de koude kraan maakt ze een handdoekje nat en dept hiermee het gezicht van Julia.
Uiterst behoedzaam, om haar make-up zo min mogelijk te beschadigen.
Dan vult ze een glas met water en geeft dat aan Julia.
Dankbaar neemt die het aan drinkt een paar flinke slokken.
“Ik denk dat je flauwgevallen bent op het toilet” zegt de vrouw in het Engels. “Gaat het weer een beetje?”
“Ja, dank u.”
De vrouw loopt terug naar het toilet en komt terug met een masker.
Het masker.
Marco.

Er klinkt gebonk op de deur, een mannenstem  roept. “Julia, ben je daar?”
De vrouw loopt naar de deur en als ze die opent, ziet Julia Marco. Hij kijkt erg bezorgd.
“Ladies only” zegt de vrouw vastberaden.
“Momento…”
 “Wacht maar even buiten, meneer.”
Ze loopt terug naar Julia en kijkt haar onderzoekend en dan goedkeurend aan.
“Gelukkig, je hebt weer wat kleur op je wangen. Heb je wel iets gegeten vanavond?”
Julia schudt haar hoofd. “Ik geloof het niet.”
“Dat zal het zijn. Maar binnen is er eten in overvloed dus als ik jou was zou ik eerst maar eens wat eten. Ik ben Alessandra, aangenaam.”
“Julia, en ik weet niet hoe ik u moet bedanken.”
“Geen dank, in het vervolg maar beter voor uzelf zorgen. Eten is belangrijk en drinken ook. Europeanen zijn niet gewend aan de Italiaanse temperaturen. Zullen we gaan?”
Julia staat op. Ze kijkt even naar zichzelf in de spiegel. Haar ogen staan een beetje waterig. Ze weet nog dat ze met Marco door de gang liep en dat hij haar een deur door duwde. Was dat van het toilet?
Ze loopt achter Alessandra aan de toiletruimte uit.
Marco omhelst haar.

“Julia, is alles oké? Ik was zo ongerust. Toen ik uit het herentoilet kwam, zag ik je niet op de gang. Ik klopte bij de damestoiletten aan, hoorde niks. Toen ik mijn hoofd om de deur stak was hier alles leeg. Ik heb je naam geroepen maar hoorde niks. Daarna ben ik de balzaal ingelopen omdat ik dacht dat je misschien zelf al die kant op was gegaan. Zoveel mensen, iedereen met een masker op. Ik kon je niet vinden. Raakte in paniek. Ik was zelfs bang dat je je bedacht had en misschien het bootje teruggenomen had. Ik…”
“Stop Marco, ssst. Ik ben flauwgevallen op het toilet. Waarschijnlijk omdat ik al een tijdje niets gegeten en gedronken heb en er al een lange dag op heb zitten. Nu gaat het wel weer maar ik moet nodig een hapje eten.”
“Weet je zeker dat je in orde bent. We kunnen ook weggaan.”
“Nee, ik ben hier nu, samen met jou in deze prachtige jurk, dus laten we er nog een mooie avond van maken,” oppert Julia en pakt de arm van Marco vast.
“Oké, doe je masker voor want ik wil je voor mezelf houden,” zegt Marco zachtjes.
Gelukkig is het masker heel gebleven bij het onfortuinlijke toiletbezoek.

Samen lopen ze een marmeren trap op. Muziek klinkt door de ruimte. Bovenaan de trap staan twee lakeien. Ze knikken naar Marco en begroeten hem in het Italiaans. Dan maken ze een lichte buiging. Voor Julia! Ze bloost achter haar masker. De grote deuren zwaaien open en ze betreden een fantastische zaal. Pilaren steunen een balustrade die rond de gehele ruimte loopt. Kroonluchters hangen van het hoge, authentiek bewerkte plafond naar beneden. Een orkest staat te spelen op een podium aan de linkerkant en rechts is een boog die naar een andere ruimte leidt.
Marco duwt haar zachtjes naar de boog. Als ze er onderdoor lopen komen ze in een zaal met een feestelijk uitziend buffet. Kandelaars met kaarsen staan tussen de plateaus met allerlei verfijnde gerechten. Marco pakt een bord en schept diverse hapjes op. Hij vraagt Julia om hem te volgen en begeleidt haar naar een opstapje waar ronde tafeltjes staan en meer mensen zitten te eten. Het is zo donker dat je de gezichten van de andere gasten nauwelijks kunt zien. Marco zet het bordje op tafel en houdt de stoel voor Julia iets naar achteren. Ze neemt plaats. Verrast door zijn attentheid. Dat zulke mannen nog bestaan denkt ze glimlachend. Hij gaat tegenover haar zitten.
Gelukkig kan ze het masker nu afdoen en legt hem naast het bord op tafel. Ze kan nauwelijks zien wat ze eet.  Marco wenkt een ober en bestelt een karaf wijn en een karaf water. Hij praat zachtjes tegen Julia. Door de donkere omgeving worden andere zintuigen extra geprikkeld.
Het eten is heerlijk, vis met een koude pastasalade en fruit. Julia voelt zich stukken beter. Ze raakt de wijn niet aan maar drinkt alleen water.
Ze hoort het geroezemoes van de andere gasten en het geluid uit de aangrenzende zaal. De muziek lokt.
Marco schijnt het aan te voelen en staat op.
“Zullen we?” vraagt hij en geeft Julia een arm. Met zijn andere hand geeft hij haar het masker.
Ze lopen terug naar de balzaal. Het is weer even wennen aan het licht.
Marco haar mee de dansvloer op en legt zijn hand op haar rug. Julia legt haar rechterhand op zijn schouder. Haar andere hand heeft ze nodig voor het masker. Hij houdt haar daarom stevig vast, zodat ze haar evenwicht niet kan verliezen. Samen zweven ze over de vloer. Julia heeft het gevoel dat ze in een sprookje terecht is gekomen.
Dan wordt Marco op zijn schouder getikt. “Change”, zegt een gemaskerde man in een elegant kostuum.
Marco knikt spijtig, fluistert “tot zo” in Julia’s oor en voor ze het weet zweeft ze me een volstrekt vreemde man opnieuw over de vloer. Deze onbekende verstaat de kunst van dansen. Hun lichamen volgen elkaar alsof ze al jaren niets anders doen. De zachte druk op haar onderrug, vlak boven haar billen is net niet aanmatigend, de warmte van zijn hand dringt diep door.
Julia kijkt haar danspartner aan en ziet zijn ogen indringend glimmen. Ergens komen ze haar bekend voor, maar dat lijkt haar onmogelijk. Ze schudt de gedachte van haar af voor ze zich overgeeft aan de muziek.

Als laatste noten wegsterven, staat ze met haar partner terug op de plaats waar Marco is achtergebleven. Hij is in gesprek met Alessandra.
De man kust de in fluwelen handschoen gestoken hand van Julia en zegt op een geheimzinnige toon “Dit is niet onze laatste dans”. Dan verdwijnt hij tussen de gemaskerde en gekostumeerde gasten.

vrijdag 9 november 2012

De Venetiaanse affaire

 

Julia legt haar handbagage in het kastje en gaat zitten. De stoel naast haar is leeg en daarnaast zit een man met oortjes in uit het raampje te kijken. Ze vraagt zich af of de stoel leeg gaat blijven nu haar vriendin Anne op het laatst geannuleerd heeft.

De steward komt langs de stoelen gelopen, sluit alle kleppen van de bagagekastjes en kijkt of alle passagiers de gordels vasthebben. De motoren draaien. Er ontstaat wat commotie bij de ingang en dan komt er een lange slanke knappe kerel het smalle gangpad ingelopen. Hij stopt bij Julia en opent het bagagekastje om zijn koffertje in te stoppen.

“Sorry voor het storen, maar ik heb de stoel naast u,” zegt hij met warme stem met een Italiaans accent.
Julia maakt de veiligheidsriem los en stapt naast het gangpad. De man schuift langs haar en neemt plaats. Een muskusachtige geur prikkelt haar neus.
“Tonio, aangenaam” zegt hij.
“Julia”
“Dat was maar op het nippertje” zegt Julia.
“Ja, zeg dat wel” zegt Tonio.
“Gaat u naar Venetië?” vraagt hij.
“Ja voor de eerste keer” antwoordt Julia.
“Prachtige stad, maar ik ben bevooroordeeld. Ik woon er namelijk en ken elk hoekje” zegt Tonio.
De motoren van het vliegtuig zwellen aan en even later stijgen ze op.

Julia sluit haar ogen en knijpt onwillekeurig in de stoelleuning en voelt dan plotseling een warme hand een geruststellend kneepje geven. Ze kijkt opzij en kijkt en de warme ogen van haar buurman.
“Er gebeurt niks hoor” zegt hij “autorijden is gevaarlijker.”
“Ik weet het maar ik kan er niks aan doen.”
Ze raken aan de praat over Venetië en in de ontspannen sfeer laat Julia ontvallen hoe teleurgesteld ze is dat haar vriendin op het laatste moment niet meeging omdat het terug aan was met haar vriend. Ze eindigt met op te merken dat ze het zonde vond om te annuleren, er was geen geldige reden dus dan zou ze haar geld kwijt zijn. Bovendien had ze zich zo lang al verheugd op een bezoek aan de fabelachtige stad die langzaam in het water zou verdwijnen dat ze besloten had er het beste van te maken op haar eentje.
Tonio verzekert haar dat Venetië zo betoverend is dat ze zich geen moment zal vervelen en ook niet eenzaam zal voelen tussen de gastvrije Italianen.
Het vliegtuig zet de daling in en als ze de koffers opwachten bij de bagageband nemen ze afscheid.

Julia houdt een taxi aan en noemt het adres van het hotel. Op haar kamer aangekomen merkt ze de enorme bos bloemen op die op het antieke tafeltje voor het raam staan. Nieuwsgierig kijkt ze op het kaartje en leest “Geniet van je verblijf Julia”. Er staat geen afzender op het kaartje. Ze belt naar de receptie en wordt bevestigd in haar vermoeden. De bloemen zijn afgegeven door een koerier. Afzender onbekend.
Ze zullen wel van Anne zijn, denkt Julia. Uit schuldgevoel natuurlijk.

Het is nog vroeg in de middag en Julia wil geen kostbare tijd verliezen. Ze pakt haar tas, de Marcopologids en haar fototoestel en verlaat het hotel.
Na het San Marcoplein loopt ze de steegjes in. Zoveel winkeltjes, ze weet niet waar ze eerst moet kijken. Dan wordt haar aandacht getrokken door een ronddraaiend Venetiaans masker in een Antiekzaak. Goud glinstert in het spotlicht en de zwarte en dieppaarse kleuren geven het masker iets mysterieus. De andere maskers in de etalage zijn ook schitterend maar verbleken bij dit prachtexemplaar. De prijzen liegen er niet om, echter bij het ronddraaiend masker is geen prijskaartje te zien. Vast onbetaalbaar, of wellicht niet te koop denkt Julia.
Met moeite rukt ze zich los.
Inmiddels valt de schemering in. Julia is zo ver afgedwaald dat ze opeens tot de ontdekking komt dat ze het commerciële deel al lang achter zich heeft gelaten. Haar rammelende maag herinnert haar aan het feit dat ze al sinds ze het vliegtuig verlaten heeft, niets meer gegeten heeft. Ze haast zich terug naar het hotel. Gelukkig beschikt ze over een zeer goed oriëntatiegevoel en al snel raakt ze door de wirwar van straatjes terug op het San Marcoplein en even later staat ze in de lobby van het hotel. Ze besluit zichzelf toch even tijd te gunnen om zich op te frissen voor het diner en gaat naar haar kamer.

Ze opent de deur en wil het licht aandoen maar ziet dat de schemerlampjes boven haar bed branden. Wat gek, ze kan zich niet herinneren dat ze die lampjes had aangedaan.
Terwijl ze de kamer verder inloopt valt haar oog op een pakje op haar hoofdkussen. Ze pakt het op en merkt dat het verbazend licht weegt. Ze maakt de envelop open die op het pakje vastzit en haalt het kaartje eruit. In zwierige zwarte inkt staat een mysterieuze boodschap.

“Trek de zwarte jurk aan en draag de inhoud van dit pakje, kom daarna naar de lobby.”

Zwarte jurk? Ik heb helemaal geen zwarte jurk, denkt Julia.
Ze pakt het pakje uit en schrikt als ze het masker ontwaart wat ze eerder die middag heeft gezien op het ronddraaiende plateau in het oude centrum. Het is van zeer delicaat materiaal en heeft een kort steeltje aan de zijkant.

Is dit wel voor haar? Is het niet op de verkeerde kamer neergelegd? Ze loopt de badkamer in en slaakt een gil als ze een zwarte lange jurk ziet hangen voor de spiegel. Een paar zwarte lange fluwelen handschoenen liggen op de wastafel en zwarte pumps staan bij het kleedje op de grond.
Er ligt opnieuw een envelop, dit maal met haar naam erop. Op het kaartje staat: ik hoop dat hij past.

Ze weet niet wat ze moet doen maar uiteindelijk overwint haar nieuwsgierigheid de twijfel en trekt ze de prachtige soepele jurk aan. Aan de rechterzijde zit een split tot halverwege haar bovenbeen. De jurk zit perfect. Ze stapt in de pumps die eveneens als gegoten aan haar voeten glijden. Ze steekt haar haren op, werkt haar make-up bij en pakt het masker in de slaapkamer. Als ze het voorhoudt en in de spiegel kijkt herkent ze de vrouw niet die ze voor haar ziet staan.
Voor ze zich kan bedenken gaat ze naar de lobby. Daar staat Tonio!
“Dag Julia,” zegt hij met omfloerste stem. “Ik ga je een onvergetelijke avond bezorgen.”

Wat romantisch denkt Julia en ze stort zich welbewust in het avontuur als ze haar arm door de zijne steekt en door de draaideur naar buiten wandelt.

Vlak bij het hotel is een gracht en ze dalen het trapje af naar de klaarliggende gondel. Terwijl ze wegvaren geniet Julia van de prachtige oude lantaarns op de bruggen en langs de kade. Ze varen een klein kwartier en meren dan aan bij een Venetiaans paleis. Vol verwachting tilt ze haar jurk op en pakt de aangereikte hand aan van Tonio. Heel de weg heeft hij niets gezegd. Zo mysterieus allemaal. Ze lopen de met kaarsen verlichte hal in en Julia hoort muziek en geroezemoes. Tonio gebiedt haar het masker voor te houden als er mensen aan komen lopen door de lange gang. Als de mensen voorbij gelopen zijn opent hij een deur en duwt haar zachtjes in haar rug de openstaande ruimte in. Het is er pikkedonker. De deur sluit achter haar en het blijft donker.

“Julia, Julia” hijgt Tonio in haar nek. “Heb je nooit geleerd niet met vreemde mannen mee te gaan?”

Julia schiet in de lach, ze laat zich zomaar niet op stang jagen.

“Jij wilt het mysterieuze Venetië ontdekken he?” zegt hij. “Wacht hier maar even, en niet omdraaien”  en ze voelt iets prikken in haar bovenarm maar het was zo snel dat ze denkt het zich te verbeelden. Dan voelt ze een koude luchtvlaag en bevindt zich nog steeds in het donker. Ze hoort een klik en probeert te denken of de deur nog op slot ging of gewoon gesloten werd. Ze voelt zich raar zweverig en even later zakt ze neer op de vloer.

Als ze bijkomt ligt ze op een enorm bed, haar armen en benen vastgebonden aan de spijlen van een groot hemelbed. Rondom haar staan vijf mannen, ze dragen allen Venetiaanse maskers en kostuums uit de vorige eeuw. Ze heeft haar kleding nog aan, zelfs het masker ligt op haar gezicht.
Ze schudt wild met haar hoofd maar het masker is vastgemaakt en blijft zitten.
Ze wil praten maar haar tong is verdoofd. Alsof ze bij de tandarts is geweest.
Wat moeten die mannen, waar is Tonio?


 

© Elles Jansen / november 2012

 

In de hoofdrol


 
Op een zaterdagavond in de winter ging ik met mijn vriend naar de film in Antwerpen. Het was in onze verkeringstijd en we waren gezellig aan het kletsen en meezingen met de radio. Opeens trok de auto scheef. Daan vloekte terwijl hij de macht over het stuur probeerde te houden.



We reden zo’n 90 km per uur op een tweebaansweg, met aan weerzijden bomen en direct naast de weg een sloot.

“Shit, ik denk dat we een lekke band hebben” zei hij. Hij hobbelde verder over de weg en opgelucht zagen we licht tussen de bomen schijnen. We reden de oprit op.
“Sorry lief, we hebben geen reserveband vrees ik.”
“Geen reserveband” vroeg ik onnozel.
“Nee, die ligt lek in de achterbak, heb ik niet laten repareren.”
Stilte, dit moest ik even verwerken. Niet in paniek raken.
Het was nog in de tijd dat er geen mobiele telefoons waren, tenminste niet voor de gewone burger.
“We bellen aan en vragen of we even naar mijn broer mogen telefoneren” zei Daan.
We stapten uit en belden aan bij het prachtige witte huis.
Er werd niet opengedaan.
We liepen achterom, daar stond nog een huis. Iets verder van de weg. Opnieuw belden we aan.
Ditmaal hadden we geluk.
De deur ging open en een oude gezette mevrouw met een grijze knot en een grote keukenschort voor riep luid “Ze zijn gearriveerd, ze zijn gearriveerd”. Blijkbaar verwachtte ze gasten, maar ons vast niet.
“Wacht hier maar effekes” zei ze met haar Vlaamse accent.

We bleven netjes op de deurmat staan en er kwam een nors uitziende heer de imposante hal ingelopen.
“Wie zijn jullie?” vroeg hij met barse stem. Hij zag er raar uit, ik kan niet onder woorden brengen wat er mis was aan hem maar ik vertrouwde hem voor geen cent.
“Dag meneer, wij hebben autopech en willen u vragen of we even mogen bellen” zei Daan.
“Ah, Hollanders, je mag één telefoontje plegen, 100 Bfr. Leg maar op kastje naast de telefoon.” Hij wees op een tafeltje in de gang en liep terug in de richting waar hij vandaan kwam. Wat een engerd. Ik wilde daar zo snel mogelijk weg.
Daan keek me aan en liep naar de telefoon. Hij belde zijn broer maar die weigerde te komen omdat mijn vriend maar niet zo stom had moeten zijn met een lekke reserveband rond te rijden.
Daar stonden we dan. De heer des huizes verdween en was ook niet zo hartelijk dat we door durfden te lopen. Het hele huis had zo’n een nare sfeer.
“Kom” siste ik tussen me tanden “wegwezen hier.”

We liepen terug naar de auto. Draaiden hem voorzichtig terug de donkere weg op en reden zo langzaam mogelijk verder naar het kruispunt enkele honderden meters verderop. Daar was een benzinestation en zouden we in ieder geval veiliger staan dan op de donkere weg en misschien was de pomp nog open.
Helaas, de pomp was dicht. Je kon alleen met een bankpasje tanken. Terwijl we naast de auto aan het overleggen waren wat we zouden doen zagen we een man tanken met een BMW.
Hij keek onze kant op en toen hij klaar was met tanken riep hij of we problemen hadden. 
“Ah, ik zie het al, ge hebt een platte band” riep hij.
“Krijgt ge uwen band niet los?”
“Dat is het probleem niet” riep Daan terug.
“Onze reserveband is ook lek.”
“Sodeju.” 
Inmiddels was de man bij onze auto.
“Iets verderop is een pomp die wel open is en waar ge een prop in uwen band kan laten schieten. Ik kan jullie er wel even naar toe rijden,” bood hij aan.
We pakten het reservewiel en legden het in de kofferbak van de BMW en stapten in.
Zomaar, bij een volslagen onbekende Belg.
Het tankstation waar onze Belg het over had was dicht.
“Oké, ik weet wat anders. Ik heb zelf een garage in Antwerpen, ik zal die band wel even plakken”. Hij gaf plankgas en sjeeste als een bezetene door Brasschaat en daarna door Mariaburg. Op een gegeven moment vloog hij zelfs de trambaan op om nog snel een paar auto’s in te halen.

Wat een gek. Ik zat alleen op de achterbank, Daan zat voorin. Er bekroop me toch een beetje een akelig gevoel. Inmiddels wist ik niet meer waar we waren, we reden in een buurt met pakhuizen. Volkomen uitgestorven.
De auto stopte abrupt voor een garagepoort die automatisch omhoog rolde en de Belg reed de auto naar binnen waarna de deur zich onmiddellijk sloot.
We stapten uit. Mijn hart klopte in mijn keel. De Belg liet Daan voorop lopen en ik zag de man rechts van een werkbank een ijzeren kruissleutel oppakken.
Opeens zag ik hem een klap op het achterhoofd van Daan geven, die in elkaar zakte Ik gilde en de man greep me vast.
“Eén kik” zei hij en keek me kil aan. O god, hij gaat me verkrachten, dacht ik in paniek.

“Kom je?”
Ik knipperde met mijn ogen, mijn rijke fantasie was even een loopje aan het nemen. Teveel foute films gezien. Daan was de man achterna gelopen naar de werkbank.
De band werd vakkundig geplakt.
“Ik heb geen tijd meer om jullie terug te brengen, maar neem mijn auto maar en leg de sleutels in de kofferbak, ik pik hem morgen wel op” zei de man. Hij drukte de autosleutels in de handen van Daan en liep op een Mercedes Sport af die ook in de garage stond. De garagepoort ging open en we stapten in de BMW, de autoband lag op de achterbank.
We reden voorzichtig de garage uit door de enge buurt.
“Raar hè, dat hij zomaar zo’n dure BMW meegeeft aan mensen die hij niet kent” zei ik tegen mijn vriend.
“Heel raar.”
“En ook heel vreemd dat hij onze band op de suède bekleding van de achterbank heeft gelegd en niet in de kofferbak” vervolgde ik.
“Ja heel vreemd.”
Daan blikte in de achteruitkijkspiegel.
Plotseling sloeg hij, zonder richting aan te geven, een zijstraat in.
“Shit, niet omkijken maar we worden gevolgd”.
“Nee hé, wat nu?”
“Ik wist het hé, dat er iets niet in de haak was”.
“Straks zitten er drugs in de kofferbak”.
“Jij hebt echt te veel thrillers gezien” zei Daan met een stem die verried dat hij hem ook kneep.
Hij gaf steeds meer gas en sloeg weer af om terug op de gewone weg te komen.
We kwamen weer in de bewoonde wereld en de auto achter ons nam wat afstand.
Gespannen reden we naar het punt waar onze eigen auto was achtergebleven. We parkeerden de BMW erachter en bleven even met gesloten portieren in de auto zitten.
De auto die achter ons reed, reed voorbij. Na tien minuten durfden we uit te stappen en verwisselden de band. De reservesleutels legden we in de kofferbak van de BMW met 1.000 Bfr. We zijn niet meer naar de film gegaan die avond, we hadden zelf onze hoofdrol glansrijk doorstaan.

 
© Elles Jansen / november 2012

Hoe een gered konijn de kerst niet haalde


Gisterenochtend om 7.15 uur stapte onze jongste zoon Luca, op zijn fiets richting het station. Nog geen vijf minuten later stond hij wild op de deur te bonken. Ik ben net geopereerd en het duurde even voor ik de deur open kon doen. Ik zag onze zoon met tranen in zijn ogen gebaren dat er een wit konijntje op de weg zat, midden in onze straat en dat hij gered moest worden voor hij door een auto overreden zou worden.

Ik beloofde actie door papa en stuurde Luca snel naar het station, bang dat hij zijn bus zou missen.

Mijn man heeft het niet zo op dieren, we zijn al blij dat we toch eindelijk een hondje mochten. Geadopteerd als vijfde gezinslid onder het mom van therapie voor onze licht autistische oudste. Luca kent zijn vader wel heel erg goed want enkele seconden later ging de telefoon.
“Ja Luca, ik zal gaan kijken” zei mijn man en hing op.
Hij bleef nog steeds met zijn bakje koffie op de bank zitten.
Drie minuten later ging mijn gsm trillen. Een berichtje. Van Luca. Een echte volhouder.
“Mama, heeft papa het konijn al?”
“Hij loopt buiten” sms is terug, enigszins liegend. Hoewel ….. ik zei niet ‘wie’ er buiten liep….
Direct daarop gaat de telefoon weer.
“Heeft ie ‘m al?”
Ondertussen trek ik allerlei mogelijk gezichten naar mijn man.
“Luca, stap in die bus, ik laat je snel iets weten” zei ik, en hing op.
“Wat een zenuwpees” zei mijn man en hij pakte zijn tas en jas om te vertrekken.
Ik schoot even tegen hem uit, kon niet zo goed tegen zijn nuchtere onverschilligheid ten opzichte van Luca.
Met de nodige woorden smeet ik de voordeur achter hem dicht.
Terwijl ik nog volop aan het mopperen was tegen onze hond die zeer begripvol met een schuin kopje naar me zat te kijken, ging de voordeur open. Even later stond mijn man in de keuken met een doos. Met het witte konijn.
Alles is vergeten en vergeven toen ik het lieve kleine witte konijntje in de doos zag zitten.  Spierwit op grijze oortjes na met zwarte puntjes en een grijsbruine kont.

Ik pakte het beestje op en hield het tegen me aan. Zo zacht, zo schattig.
“Ben je nog boos” vroeg mijn man hoopvol.
Mannen snappen het echt niet.
 
Alsof Luca over telepathische beschikte, begon prompt mijn gsm te trillen.
Snel belde ik hem voor hij weer een paar euro aan smsjes heeft verspild.
“Luca, papa heeft het konijn gered. Ik ga er goed voor zorgen en zal de dierenarts bellen om te melden dat we een konijn gevonden hebben voor het geval er iemand naar op zoek is.”
Dat laatste wou Luca natuurlijk liever niet horen, hij hoopte dat het konijn er nog zou zijn als hij aan het einde van de middag weer thuis kwam.
Om Flappie te behoeden tegen onze jachthond in spé, per slot van rekening hebben we een Engelse Cairnterrier met een stamboom van jachtvoorouders, besloot ik het arme beestje maar in de hondenren te stoppen. Hier kon hij veilig rondhuppen omdat onze hond binnen zat. Op mijn krukken slaagde ik er toch nog in om een schaaltje water in de ren te zetten en een paar wortels neer te leggen.

Ondertussen had ik de dierenarts, het asiel en de politie gebeld. Steeds denkend aan een klein huilend meisje dat haar konijntje kwijt was.
Strafwerk riskerend, gsm gebruik is op school verboden, slaagde Max er toch nog in drie berichten te versturen met gedetailleerde vragen en een ultimatum om een berichtje terug te sturen.

Luca was weer terug uit school. Direct naar het konijn natuurlijk.

Het asiel had geen opwekkend nieuws. Er waren die week al zes tamme konijnen uit huis geplaatst.

“U dacht toch niet mevrouw dat iemand een vermist konijn komt ophalen? De schoolvakanties zijn voorbij, het leuke van het konijn is eraf. Kinderen willen het hok niet meer schoonmaken nu ze ook zoveel huiswerk te doen hebben en in het donker naar paardenbloemen zoeken is ook teveel moeite Mevrouw”.

Toch noteerde ze ons telefoonnummer en adres.
Hetzelfde verhaal kreeg ik bij de politie te horen.
Luca zag zijn kans schoon en ging tot actie over.

Op internet ging hij een hok zoeken, berekende hoeveel hij wekelijks van zijn zakgeld zou inlossen om eten te kopen voor Flappie die ondertussen was omgedoopt tot Casper (het witte spookje).

“Oké Luca, hij mag blijven tot zijn baasje hem komt halen, in ieder geval tot de Kerst” probeerde ik te grappen.
“Niet leuk mama.”
Later kon ik me wel voor mijn kop slaan om mijn stomme grap.
Na het eten mocht Casper even binnenkomen. Ook zouden we zijn doosje voor de nacht in de garage zetten.

Casper zat heerlijk tegen me aan. Katten kunnen spinnen, maar konijnen dus ook.

Nadat Luca had gezien dat Casper heel knuffelbaar was, wou hij hem zelf ook wel graag vasthouden.
Casper zat heerlijk rustig tegen Luca, alleen kan Luca helaas zelf nooit lang rustig zitten.
Dus het konijn werd weer even overgeheveld naar mama.  Het lieve beestje ging op onderzoek uit en kroop over mijn schouder boven op de bank. Toen Luca hem wilde pakken liep Casper rechtdoor en viel van de bank.
We schrokken ons rot maar even later huppelde Casper over het vloerkleed. Gelukkig hij deed het nog.
“Laten we hem maar terugzetten Luca, hij heeft rust nodig” zei ik en opeens tekende zich een grote rode bloedvlek op mijn witte shirt af. Casper had een bloedneus.  Lieve help, wat nu?

Hij kreeg het benauwd en al snel liet hij zijn kopje opzij hangen. Ik heb nog geprobeerd of ik zijn hartje kon vinden maar voelde niks. Daar zat ik met mijn reanimatiediploma.
In paniek belde ik de dierenarts, werd doorgeschakeld naar een dienstdoende praktijk enkele dorpen verder. Ik kon helemaal niets, kon niet in de auto springen. De vriendelijke mannelijke dierenarts liet doorschemeren dat ik rustig mocht komen, dat het tarief ’s avonds tweemaal zoveel was als overdag maar dat ik beter kon wachten tot morgenochtend.

Casper had prachtige blauwe ogen, ze keken me aan en toch weer niet. Hij knipperde niet met zijn ogen, zijn neusje was stil. Intussen was mijn vriendin aangesneld op de fiets. Zij heeft een poes en op de een op ander manier staat dat voor mij dichter bij een konijn dan een hond, maar ook zij liet berustend haar kopje hangen. We hebben hem in een handdoek gewikkeld en in een mandje gelegd.

Dit verzin je toch niet, je redt een konijn en ’s avonds help je hem onbedoeld naar het andere dierenrijk.
We hebben niet geslapen deze nacht. Ik hoopte nog tegen beter weten in dat Casper ’s nachts toch was gaan spoken en uit zijn coma was geraakt. Maar hij bleef stokstijf in zijn mandje liggen.

Luca voelde zich een konijnenmoordenaar. Had hij het beestje maar op de weg laten zitten die ochtend, had hij hem maar buiten in het hok gelaten, had ik maar niet gezegd dat hij maar tot Kerst mocht blijven.

 
©Elles Jansen/9 november 2012