vrijdag 9 november 2012

In de hoofdrol


 
Op een zaterdagavond in de winter ging ik met mijn vriend naar de film in Antwerpen. Het was in onze verkeringstijd en we waren gezellig aan het kletsen en meezingen met de radio. Opeens trok de auto scheef. Daan vloekte terwijl hij de macht over het stuur probeerde te houden.



We reden zo’n 90 km per uur op een tweebaansweg, met aan weerzijden bomen en direct naast de weg een sloot.

“Shit, ik denk dat we een lekke band hebben” zei hij. Hij hobbelde verder over de weg en opgelucht zagen we licht tussen de bomen schijnen. We reden de oprit op.
“Sorry lief, we hebben geen reserveband vrees ik.”
“Geen reserveband” vroeg ik onnozel.
“Nee, die ligt lek in de achterbak, heb ik niet laten repareren.”
Stilte, dit moest ik even verwerken. Niet in paniek raken.
Het was nog in de tijd dat er geen mobiele telefoons waren, tenminste niet voor de gewone burger.
“We bellen aan en vragen of we even naar mijn broer mogen telefoneren” zei Daan.
We stapten uit en belden aan bij het prachtige witte huis.
Er werd niet opengedaan.
We liepen achterom, daar stond nog een huis. Iets verder van de weg. Opnieuw belden we aan.
Ditmaal hadden we geluk.
De deur ging open en een oude gezette mevrouw met een grijze knot en een grote keukenschort voor riep luid “Ze zijn gearriveerd, ze zijn gearriveerd”. Blijkbaar verwachtte ze gasten, maar ons vast niet.
“Wacht hier maar effekes” zei ze met haar Vlaamse accent.

We bleven netjes op de deurmat staan en er kwam een nors uitziende heer de imposante hal ingelopen.
“Wie zijn jullie?” vroeg hij met barse stem. Hij zag er raar uit, ik kan niet onder woorden brengen wat er mis was aan hem maar ik vertrouwde hem voor geen cent.
“Dag meneer, wij hebben autopech en willen u vragen of we even mogen bellen” zei Daan.
“Ah, Hollanders, je mag één telefoontje plegen, 100 Bfr. Leg maar op kastje naast de telefoon.” Hij wees op een tafeltje in de gang en liep terug in de richting waar hij vandaan kwam. Wat een engerd. Ik wilde daar zo snel mogelijk weg.
Daan keek me aan en liep naar de telefoon. Hij belde zijn broer maar die weigerde te komen omdat mijn vriend maar niet zo stom had moeten zijn met een lekke reserveband rond te rijden.
Daar stonden we dan. De heer des huizes verdween en was ook niet zo hartelijk dat we door durfden te lopen. Het hele huis had zo’n een nare sfeer.
“Kom” siste ik tussen me tanden “wegwezen hier.”

We liepen terug naar de auto. Draaiden hem voorzichtig terug de donkere weg op en reden zo langzaam mogelijk verder naar het kruispunt enkele honderden meters verderop. Daar was een benzinestation en zouden we in ieder geval veiliger staan dan op de donkere weg en misschien was de pomp nog open.
Helaas, de pomp was dicht. Je kon alleen met een bankpasje tanken. Terwijl we naast de auto aan het overleggen waren wat we zouden doen zagen we een man tanken met een BMW.
Hij keek onze kant op en toen hij klaar was met tanken riep hij of we problemen hadden. 
“Ah, ik zie het al, ge hebt een platte band” riep hij.
“Krijgt ge uwen band niet los?”
“Dat is het probleem niet” riep Daan terug.
“Onze reserveband is ook lek.”
“Sodeju.” 
Inmiddels was de man bij onze auto.
“Iets verderop is een pomp die wel open is en waar ge een prop in uwen band kan laten schieten. Ik kan jullie er wel even naar toe rijden,” bood hij aan.
We pakten het reservewiel en legden het in de kofferbak van de BMW en stapten in.
Zomaar, bij een volslagen onbekende Belg.
Het tankstation waar onze Belg het over had was dicht.
“Oké, ik weet wat anders. Ik heb zelf een garage in Antwerpen, ik zal die band wel even plakken”. Hij gaf plankgas en sjeeste als een bezetene door Brasschaat en daarna door Mariaburg. Op een gegeven moment vloog hij zelfs de trambaan op om nog snel een paar auto’s in te halen.

Wat een gek. Ik zat alleen op de achterbank, Daan zat voorin. Er bekroop me toch een beetje een akelig gevoel. Inmiddels wist ik niet meer waar we waren, we reden in een buurt met pakhuizen. Volkomen uitgestorven.
De auto stopte abrupt voor een garagepoort die automatisch omhoog rolde en de Belg reed de auto naar binnen waarna de deur zich onmiddellijk sloot.
We stapten uit. Mijn hart klopte in mijn keel. De Belg liet Daan voorop lopen en ik zag de man rechts van een werkbank een ijzeren kruissleutel oppakken.
Opeens zag ik hem een klap op het achterhoofd van Daan geven, die in elkaar zakte Ik gilde en de man greep me vast.
“Eén kik” zei hij en keek me kil aan. O god, hij gaat me verkrachten, dacht ik in paniek.

“Kom je?”
Ik knipperde met mijn ogen, mijn rijke fantasie was even een loopje aan het nemen. Teveel foute films gezien. Daan was de man achterna gelopen naar de werkbank.
De band werd vakkundig geplakt.
“Ik heb geen tijd meer om jullie terug te brengen, maar neem mijn auto maar en leg de sleutels in de kofferbak, ik pik hem morgen wel op” zei de man. Hij drukte de autosleutels in de handen van Daan en liep op een Mercedes Sport af die ook in de garage stond. De garagepoort ging open en we stapten in de BMW, de autoband lag op de achterbank.
We reden voorzichtig de garage uit door de enge buurt.
“Raar hè, dat hij zomaar zo’n dure BMW meegeeft aan mensen die hij niet kent” zei ik tegen mijn vriend.
“Heel raar.”
“En ook heel vreemd dat hij onze band op de suède bekleding van de achterbank heeft gelegd en niet in de kofferbak” vervolgde ik.
“Ja heel vreemd.”
Daan blikte in de achteruitkijkspiegel.
Plotseling sloeg hij, zonder richting aan te geven, een zijstraat in.
“Shit, niet omkijken maar we worden gevolgd”.
“Nee hé, wat nu?”
“Ik wist het hé, dat er iets niet in de haak was”.
“Straks zitten er drugs in de kofferbak”.
“Jij hebt echt te veel thrillers gezien” zei Daan met een stem die verried dat hij hem ook kneep.
Hij gaf steeds meer gas en sloeg weer af om terug op de gewone weg te komen.
We kwamen weer in de bewoonde wereld en de auto achter ons nam wat afstand.
Gespannen reden we naar het punt waar onze eigen auto was achtergebleven. We parkeerden de BMW erachter en bleven even met gesloten portieren in de auto zitten.
De auto die achter ons reed, reed voorbij. Na tien minuten durfden we uit te stappen en verwisselden de band. De reservesleutels legden we in de kofferbak van de BMW met 1.000 Bfr. We zijn niet meer naar de film gegaan die avond, we hadden zelf onze hoofdrol glansrijk doorstaan.

 
© Elles Jansen / november 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten